Vorige week ontving ik een nieuwe aanmelding voor een angst voor honden traject. Wat mij direct opvalt in de aanmelding is deze zin; ‘het vervelende is dat de omgeving weinig begrip heeft voor de situatie’.
Ik voel de wanhoop van deze moeder door mijn scherm heen. Daarna merk ik dat ik geïrriteerd raak. Niet op deze moeder of dit meisje, maar op het feit dat angst voor honden nog steeds door veel mensen niet geaccepteerd wordt.
Muizen, slangen en spinnen, daar mag iedereen bang voor zijn.
Als ik voor het eerst bij een nieuwe deelnemer kom, zie ik vaak een strak koppie en een wit gezicht. Ze kennen mij niet en dan gaan we het ook nog eens over honden hebben. Die beesten waardoor ze in bomen klimmen, wegrennen, het stuur van de fiets omgooien of gewoon helemaal bijna niet meer buiten komen. Heel logisch dus dat dat heel spannend is.
Tijdens het uitvragen van wat nu het spannendste is aan honden, vraag ik ook naar de acties om honden te ontwijken of te vermijden. Ik haal de informatie op die nodig is voor het traject. Ik vind het belangrijk dat de deelnemer zich gemakkelijk voelt en dat de angst niet gezien wordt als falen, lafheid of raar. Een van de dingen die ik dan ook altijd vertel is dat als iemand een grote rat of slang voor mijn neus zou houden ik ook zou gaan gillen of heel hard weg zou rennen. Laatst zei een deelnemer tegen mij; “Is het niet raar Iris dat mensen wel bang mogen zijn voor spinnen, muizen en slangen maar voor honden niet? Want die moet iedereen leuk vinden. Mensen snappen niet dat je bang kan zijn voor een hond.”
Maar voor honden niet. Best gek toch?
Tsja… dat is eigenlijk best gek hè? Dat als we zien dat iemand honden spannend vindt er vaak gezegd wordt dat;
- Hij niets doet hoor!
- Deze is wel lief hoor!
- Aai hem maar, zo spannend is dat niet.
- Je ouders hebben vast een hekel aan honden
Ja echt, deze opmerkingen komen allemaal voorbij. Over de eerste schreef ik eerder een blog, de tweede heb ik als titel voor deze blog genomen. Ik zie een serie ontstaan 😉
Goed, terug naar bovenstaande opmerkingen. Ik probeer het luchtig te houden want je kunt je wellicht voorstellen dat ik er ‘iets van vindt’. Zie het voor je; iemand houdt een vogelspin, slang, kakkerlak, wesp, of iets anders waar je de kriebels van krijgt voor je neus. Je gilt het uit maar er staat iemand naast je die zegt;
‘deze is lief hoor!’ Dat klinkt gek toch? Maar waarom moeten we dit dan wel doen als het om honden gaat? Ik gaf deze deelnemer gelijk; het is ook best raar.
De aaibaarheidsfactor
Ja, die aaibaarheidsfactor van honden hè. Die is heel groot. Met hun zachte vacht en mooie bruine ogen zorgen ze ervoor dat heel veel mensen ze geweldig vinden. En ook ik ben er daar één van. Geen leven meer zonder honden voor mij. Maar ik zie ook de andere kant. Hoe kinderen, ouders, pubers en volwassenen belemmerd kunnen worden in hun dagelijks functioneren door hun angst voor deze harige beesten.
Het laatste wat helpend is zijn alle goed bedoelde opmerkingen, tips en adviezen. Erken dat iemand ergens angstig voor kan zijn. Of dat nu een hond, vogelspin, slang, lift, hoogtes of grote groepen mensen zijn; het zou niet uit hoeven maken!
Wat kun jij doen?
Als het iemand is die dichtbij je staat, ga dan het gesprek aan en leg het uit wat het betekend dat jij of je kind deze angst heeft, wat voor belemmeringen dit geeft. Het voorbeeld van de muis of vogelspin maakt het beeldend voor een ander waardoor het makkelijker wordt zich in jou te verplaatsen.
Daarnaast geef ik je hierbij wat tips om honden vanaf een afstand te gaan observeren en wat je kan doen als er opeens wel een hond dichtbij is;
- Samen honden observeren op een bankje in het park. Kijk naar een hond in de verte en ga samen benoemen wat de hond doet. Kwispelen, snuffelen. lopen, ziet een andere hond, etc. Komt de hond dichterbij? Sta dan op en loop op tijd weg zodat de hond niet dichtbij komt. Zorg ervoor dat het kind daarop kan vertrouwen.
- Oefen met rustig stil blijven staan voor het geval er onverwacht een hond dichtbij is. Hoe rustiger het kind kan blijven staan, hoe minder interessant voor de hond. Ik benoem het als staan als een lantaarnpaal. Handpalmen tegen de benen aan, schouders laag, rustig ademhalen en over de hond heen kijken. De hond zal dan alleen heel kort snuffelen en dan gelijk weglopen.
Hulp nodig?
In mijn traject begeleiding angst voor honden werk ik stapsgewijs aan de angst / het trauma. Ik leer over hondengedrag, hoe honden communiceren en hoe wij als mensen ervoor zorgen dat we niet interessant zijn voor honden. Dit oefenen we stap voor stap; eerst zonder hond, daarna met hond en alles voorspelbaar. Door het opdoen van kennis en het toepassen van deze kennis, zijn honden niet meer onvoorspelbaar. Door het opdoen van positieve ervaringen en merken dat dit echt effect heeft op honden, dan groeit het zelfvertrouwen. Door de kennis, positieve ervaringen en zelfvertrouwen is er aan het eind van het traject geen angst / trauma meer en daardoor zijn er ook geen belemmeringen meer.
Hondsblije groet,
Iris